Wet toezicht trustkantoren
Artikel 27
1
De boete wordt betaald binnen zes weken na de inwerkingtreding van de beschikking waarbij zij is opgelegd.
2
Bij gebreke van betaling wordt de boete vermeerderd met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de dag waarop sedert de bekendmaking van de beschikking zes weken zijn verstreken, tenzij het een overtreding betreft die op grond van artikel 24, tweede lid, is aangewezen.
3
Indien de boete niet tijdig is betaald, stuurt de toezichthouder schriftelijk een aanmaning om binnen twee weken de boete, verhoogd met de rente en de kosten van de aanmaning, alsnog te betalen. De aanmaning bevat de aanzegging, dat de boete, voor zover deze niet binnen de gestelde termijn wordt betaald, overeenkomstig het vierde lid zal worden ingevorderd.
4
Bij gebreke van tijdige betaling kan de toezichthouder de boete, verhoogd met de kosten van de aanmaning en van de invordering, bij dwangbevel invorderen.
5
Het dwangbevel wordt op kosten van de overtreder bij deurwaardersexploot betekend en levert een executoriale titel op in de zin van het Tweede Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
6
Gedurende zes weken na de dag van betekening staat verzet tegen het dwangbevel open door dagvaarding van de toezichthouder.
7
Het verzet schorst de tenuitvoerlegging niet, tenzij de voorzieningenrechter desgevraagd anders beslist.
8
Het verzet kan niet worden gegrond op de stelling dat de boete ten onrechte of op een te hoog bedrag is vastgesteld.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.